Locatie | Bibliotheek Centrum |
Categorie | Volwassenen |
Doe & Ontmoet Geschiedenis Informatief Lezing Poëzie | |
Prijzen |
|
Download | Toevoegen aan agenda |
Verrijk je kennis met de Athenaeumbibliotheek! In het kader van de Deventer Boekenweek 2025 organiseert de Athenaeumbibliotheek twee minicolleges op donderdag 20 maart, met een speciale poëzievoordracht van de Boekenweekburgemeester als intermezzo. Tijdens deze avond staat de geschiedenis van het boek centraal.
Minicollege 1: Susanne de Jong over het getijdenboek van Geert Grote
Eeuwenlang was het Latijn de taal van de kerk en het gebed. Toen Deventenaar Geert Grote rond 1383 een Nederlandse vertaling van het Latijnse getijdenboek op de markt bracht, vond deze een grote verspreiding onder een breed publiek dat geen Latijn beheerste. Dit volkstalige gebedenboek groeide uit tot de ‘bestseller’ van de late Middeleeuwen en is in zo'n 850 handschriften en tenminste 30 gedrukte edities bewaard gebleven. Geen enkel getijdenboek is hetzelfde: de wisselende inhoud, decoratie en gebruikerssporen maken ieder boek uniek. Dit minicollege laat zien wat deze boeken kunnen vertellen over hun herkomst, bezitters en gebruik in de laatmiddeleeuwse gebedspraktijk.
Voordracht
De eeuwenoude collectie van de Athenaeumbibliotheek spreekt tot de verbeelding. Ter gelegenheid van de Boekenweek schrijft Martin Knaapen, Deventer Stadsdichter en Boekenweekburgemeester, een gedicht over de magie van de boeken uit onze collectie. Knaapen is als oprichter van uitgeverij petrichor nauw betrokken geweest bij de productie van het boek Hanze art – oude boeken nieuwe kunst, dus heeft de schoonheid van de schatkamers van dichtbij ervaren. Hij brengt het gedicht voor het eerst ten gehore tussen de minicolleges in: een exclusieve kans!
Minicollege 2: Carlijn Tetteroo over bijzondere ontdekkingen in vroege drukken
Halverwege de vijftiende eeuw werd de boekdrukkunst uitgevonden. Nadat eeuwenlang elk boek met de hand werd gekopieerd, konden plotseling in één keer honderden exemplaren van een tekst worden geproduceerd. In de eerste periode van de boekdrukkunst (ca. 1450-1500) leken gedrukte boeken echter nog in veel opzichten op handschriften. Vroegere eigenaren lieten allerlei gebruikerssporen achter, zoals hun naam voor in een boek, of annotaties in de kantlijn. Hierdoor is elk exemplaar van een gedrukt boek uniek. Dit is het uitgangspunt voor MEI - 'Material Evidence in Incunabula'. In deze internationale database worden boeken uit deze periode (ook wel 'incunabelen' genoemd) beschreven aan de hand van hun materiële aspecten, en worden deze gelinkt aan hun vroegere eigenaren. Zo krijg je inzicht in het rijke leven dat een boek heeft geleid vanaf de vijftiende eeuw tot nu. Bij de Athenaeumbibliotheek worden momenteel alle 331 incunabelen beschreven voor de MEI-database. Dit leidt tot tal van mooie, bijzondere, en soms eigenaardige ontdekkingen.
Praktische informatie
De colleges en de voordracht vinden plaats op 20 maart 2025, van 19.30 tot 21.00, met een inloop vanaf 19.15. De avond vindt plaats in de theaterzaal van de Bibliotheek Centrum aan de Stromarkt en is gratis toegankelijk. Tot dan!